Samenvatting
Cybersecurity gaat 2026 in zonder illusies en met weinig geduld.
Sneller reageren is niet genoeg.
Aanvallers opereren 24/7, automatiseren alles en bewegen zonder menselijke vertraging.
Wie blijft reageren, loopt structureel achter.
2025 was voor veel organisaties een wake up call.
2026 is wat volgt.
In 2026 zijn het niet de organisaties die alerts het snelst opvolgen die vooroplopen. Het zijn de organisaties die stil en structureel exposure voorkomen, nog voordat een aanval begint. Preventie is geen ambitie meer. Het wordt praktisch. Meetbaar. En simpelweg verwacht.
Dit gaat niet over nieuwe buzzwords of de nieuwste tools.
Dit gaat over discipline.
Waarom 2026 het jaar ná het kantelpunt is
Als 2025 het jaar was waarin organisaties inzagen dat het zo niet langer kan, dan is 2026 het jaar waarin er keuzes worden gemaakt.
Vorig jaar liet overduidelijk zien waar reactieve securitymodellen tekortschieten. Veel organisaties werden gedwongen om lastige keuzes onder ogen te zien. Meer zicht betekende minder schaalbaarheid. Meer controle betekende meer complexiteit.
Voor velen draaide het afgelopen decennia om één ding: response.
- Betere alerts
- Snellere SOC’s
- Meer automatisering bovenop menselijke processen
Die vooruitgang was nodig. Totdat het plafond werd bereikt.
2025 maakte dat plafond duidelijk zichtbaar.
Menselijke responsemodellen, zelfs met AI-ondersteuning, kunnen het simpelweg niet blijven winnen van volledig geautomatiseerde aanvallen. Niet op de lange termijn.
De verschuiving in 2026 is daarom niet revolutionair.
Het is een lichte aanpassing.
Security schuift naar voren in de keten. Minder alerts doen ertoe, omdat minder aanvallen slagen. De kernvraag verandert fundamenteel:
Niet langer:
“Hoe snel hebben we gereageerd?”
Maar:
“Waarom was dit überhaupt mogelijk?”
Looking Back at 2025: Cybersecurity at a Turning Point
Watch our special end-of-the-year Threat Talks episode on what made 2025 the year that felt fundamentally different.
Voorspelling 1: Preventieve cybersecurity wordt de norm
In 2026 voelt preventieve cybersecurity niet meer als iets vernieuwends. Het voelt als gezond verstand.
En dat is precies waarom deze verschuiving ertoe doet.
Jarenlang klonk preventie abstract. Iets voor frameworks, pilots en roadmaps. Mooie intenties, maar zelden consequent doorgevoerd van begin tot eind. In 2026 verandert dat. Preventieve security stopt met een idee zijn en wordt dagelijkse operationele hygiëne.
De kern is niet complex. Het draait om consistentie:
- Minder open aanvalspaden
- Minder aannames over hoe systemen zich horen te gedragen
- Minder rechten die “voor de zekerheid” worden toegekend
Organisaties stoppen met wachten op indicators of compromise. Ze beginnen met het wegnemen van de omstandigheden die een aanval überhaupt mogelijk maken.
De mindsetverschuiving is subtiel, maar doorslaggevend. Securityteams vragen niet langer hoe snel ze falen kunnen detecteren. Ze vragen hoe ze falen minder waarschijnlijk maken:
- Verklein de kans voor aanvallers
- Beperk de impact als er iets misgaat
- Stop met gokken op perfecte detectie
Preventie werkt in 2026 niet omdat het aanvallers beter voorspelt, maar omdat het hun opties stilletjes wegneemt. Geen drama. Geen heldendaden. Gewoon minder ingangen.
Voorspelling 2: AI-gedreven malware groeit, maar profiteert vooral van oude fouten
AI-gedreven malware blijft zich ontwikkelen in 2026. Dat is onvermijdelijk.
Wat steeds duidelijker wordt, is waarom zoveel van deze aanvallen slagen. En het antwoord is zelden verfijning of technische genialiteit.
Keer op keer werken AI-aanvallen om dezelfde, bekende redenen:
- Identiteiten met te veel rechten
- Platte networken
- Kwetsbare en onstabiele configuraties
AI vergroot snelheid en schaal, maar het neemt de basis niet weg. Elke aanval is nog steeds afhankelijk van toegang. Van welke systemen met elkaar mogen praten. Van wat identiteiten mogen doen. En van hoe ver één fout kan doorwerken.
In 2026 voorkomen organisaties die zich richten op de fundamenten een groot deel van AI-gedreven aanvallen al aan de voorkant.
Dat vraagt om bewuste keuzes:
- Beperk welke systemen met elkaar communiceren
- Beperk wat identiteiten mogen doen
- Beheers hoe veranderingen zich door omgevingen verspreiden
De belangrijkste les van 2026 is niet dat je AI met meer AI moet bestrijden.
De les is dat je de paden wegneemt waar AI van afhankelijk is.
Voorspelling 3: Menselijke AI-fouten worden een toprisico
Een van de meest onderschatte risico’s in 2026 komt niet van aanvallers.
Het komt van onszelf.
AI-agents handelen steeds vaker namens gebruikers die de gevolgen van hun keuzes niet volledig overzien. Low-code en no-code platforms halen de frictie weg. Automatisering is makkelijker dan ooit om te bouwen, maar lastig om goed te beheersen.
Zo ontstaat een nieuwe en ongemakkelijke risicocategorie: menselijke AI-fouten.
Niet kwaadwillend. Niet complex. Wel stil en gevaarlijk.
Je ziet het terug in herkenbare patronen:
- Te veel vertrouwen in agents zonder toezicht
- Te ruime rechten, puur uit gemak
- Geautomatiseerde acties zonder duidelijke grenzen
Vooruitstrevende organisaties reageren hierop door AI-systemen te behandelen als elke andere bedrijfskritische software. Ze testen ze. Ze bevragen ze. Ze proberen ze bewust te breken.
Het (pen)testen van AI-agents wordt in 2026 een noodzakelijke praktijk. Ook al zijn de uitkomsten niet altijd reproduceerbaar. AI-gedrag is per definitie niet volledig voorspelbaar.
Maar juist die onvoorspelbaarheid maakt testen geen luxe. Het maakt het onmisbaar.
Voorspelling 4: Zero Trust naar de praktijk
Zero Trust verdwijnt niet in 2026.
Het gaat eindelijk verder dan een discussie.
Jarenlang leefde Zero Trust vooral in strategiedocumenten en op conferenties. De principes klopten, maar de uitvoering bleef grillig. Te vaak uitgesteld vanwege snelheid, gemak of oude afhankelijkheden.
Die aarzeling houdt geen stand in 2026.
Naarmate omgevingen vollopen met AI-agents, geautomatiseerde workflows en machinegedreven beslissingen, wordt impliciet vertrouwen een risico. Systemen handelen sneller, veranderen vaker en falen op minder voorspelbare wijze. Grenzen zijn geen optie meer.
In de praktijk wordt Zero Trust operationeel. Niet als frameworkdiscussie, maar als manier om de vragen te beantwoorden die er echt toe doen:
- Met welke andere systemen mag dit systeem praten?
- Wat gebeurt er als er iets misgaat?
- Hoe ver kan de schade zich verspreiden?
In een wereld waarin zowel aanvallers als verdedigers AI gebruiken, blijft één aanname betrouwbaar: iets gaat een keer mis. Door daar vanaf het begin rekening mee te houden en harde grenzen af te dwingen, blijft Zero Trust een van de meest effectieve vormen van preventie.
Wat dit inhoudt voor security leaders
Leiderschap in 2026 wordt bewuster. Niet omdat het mooi klinkt, maar omdat het moet.
Dreigingen versnellen door AI, automatisering en schaal. In dat landschap wordt reactieve security steeds duurder en instabieler. Elk incident betekent verstoring van de operatie, extra compliance-risico en directe financiële impact. Ook verzekeraars accepteren steeds minder onduidelijkheid.
Succes wordt niet langer afgemeten aan hoeveel incidenten worden afgehandeld, maar aan hoeveel risico vooraf wordt weggenomen. Preventie maakt security bestuurbaar. Uitlegbaar. Verdedigbaar. Niet alleen achteraf, maar vooraf.
In 2026 zijn de sterkste security leaders degenen die risico voorspelbaar maken, verstoring beheersbaar houden en hun keuzes kunnen verantwoorden. Richting bestuur. Richting toezichthouders. En richting verzekeraars.
Conclusie: minder incidenten, meer controle
De toekomst van cybersecurity draait niet om het voorspellen van elke aanval.
Het draait om het wegnemen van de kansen waar aanvallers van afhankelijk zijn.
Organisaties die grenzen afdwingen, exposure structureel verkleinen en AI bewust sturen, nemen risico niet weg. Ze maken het beheersbaar. Minder incidenten escaleren. Minder fouten verspreiden zich. Verstoring blijft beperkt in plaats van onbeheersbaar.
In 2026 wordt volwassen cybersecurity niet langer bepaald door hoeveel activiteit een securityteam genereert, maar door hoe stabiel de organisatie blijft onder druk.
Preventie haalt geen headlines.
Het zorgt ervoor dat controle blijft waar die hoort.
Het is geen nieuwe categorie security. Het is preventie die bewust en consequent wordt uitgevoerd. De focus ligt op het wegnemen van aanvalspaden en het verkleinen van exposure vóórdat er iets misgaat, in plaats van sneller reageren nadat het al stuk is.
Nee. Detectie en response blijven nodig. In 2026 ondersteunen ze preventie, in plaats van dat ze het gebrek eraan moeten compenseren. Het doel is minder geslaagde aanvallen, niet alleen beter incidentmanagement.
AI vergroot de snelheid en schaal van aanvallen. Mensgedreven detectieprocessen kunnen dat tempo niet blijvend bijhouden. Preventie beperkt waar AI-gedreven malware bij kan, wat het kan aanpassen en hoe ver schade zich kan verspreiden, zelfs als detectie later plaatsvindt.
Niet per se. Veel aanvallen slagen omdat basismaatregelen ontbreken. Te ruime rechten, zwakke segmentatie en verkeerde configuraties zijn nog steeds verantwoordelijk voor een groot deel van de succesvolle aanvallen, ook als AI wordt gebruikt.
Dat zijn risico’s die ontstaan door hoe mensen AI inzetten en vertrouwen. Denk aan AI-agents met te veel rechten, geautomatiseerde acties zonder duidelijke grenzen, of gebruikers die AI volgen zonder de gevolgen te overzien.
Het laat zien hoe AI-systemen reageren op misbruik, manipulatie of onverwachte input. De resultaten zijn niet altijd exact te herhalen, maar de inzichten zijn cruciaal om risico’s beter te beheersen.
Omdat het grenzen afdwingt in complexe omgevingen. Naarmate AI-agents en automatisering toenemen, blijft uitgaan van falen en het beperken van impact een van de meest effectieve preventiestrategieën.
Op het verkleinen van exposure. Consistente sturing op toegang, configuratie en automatisering verlaagt risico meer dan het toevoegen van nog een detectietool.

